Het drumstel bevat verschillende trommels. De afmetingen van de trommels worden benoemd met de Engelse afstandsmaat 'inch', aangeduid met " achter een cijfer. 1 inch = 2,54 cm. De afmeting van een trommel heeft twee cijfers, gescheiden door een 'x'. Het eerste cijfer duidt op de diameter (en vertelt je dus ook welke afmeting het vel voor die trommel heeft), het tweede cijfer geeft de diepte van de trommel aan. De trommels van een drumstel hebben elk een bovenvel of slagvel, en een ondervel of resonansvel. Doorgaans is het slagvel dikker dan het resonansvel. De hoepels die beide vellen op hun plaats houden noemen we spanranden of rims. De spanranden worden met spanbouten aangedraaid. Deze spanbouten passen in de spanbokken op de trommel. Sommige oude trommels bevatten eveneens inwendige dempers, die je aan de buitenkant kan afstellen met een draaischroef.
Een snaartrommel heeft nog een extra element aan de trommel bevestigd waarmee je de snaren aan of af kunt zetten. Dit noemen we het snarenmechaniek of kortweg de strainer. De snaren zijn gekrulde metalen draden en lopen over het ondervel dwars onder de trommel door. Om een goed resultaat te verkrijgen is het resonansvel van de snaartrommel extra dun. Let erop dat je dit vermeld als je een nieuw resonansvel voor je snaartrommel gaat kopen.
Een snaartrommel heeft nog een extra element aan de trommel bevestigd waarmee je de snaren aan of af kunt zetten. Dit noemen we het snarenmechaniek of kortweg de strainer. De snaren zijn gekrulde metalen draden en lopen over het ondervel dwars onder de trommel door. Om een goed resultaat te verkrijgen is het resonansvel van de snaartrommel extra dun. Let erop dat je dit vermeld als je een nieuw resonansvel voor je snaartrommel gaat kopen.

Als metaalgrondstof voor trommels kunnen verschillende types dienen zoals koper, staal, nikkel, aluminium en brons.
De grondstof van de trommel is niet het enige dat de klank bepaalt. De afmetingen zijn belangrijk om de uiteindelijke toonhoogte en het karakter te bepalen. De diameter van een trommel heeft het meest invloed op de uiteindelijke toonhoogte. Hoe groter de diameter, hoe lager de toon van de trommel. De diepte bepaalt in mindere mate de toonhoogte, maar speelt een belangrijke rol bij de projectie van de klank. De dikte van de trommel is voornamelijk bepalend voor de resonantie en het volume. Hoe dunner de trommel, hoe meer resonantie. Als je de dikte van de ketel verhoogt, verminderd de resonantie maar verhoogt wel het volume.
Een interessante website met meer (Engelstalige) info en afbeeldingen van de trommels kan je hier terugvinden