Stacks Image 26
De kleine trom of snaartrommel
De snaartrommel is een onderdeel uit het drumstel dat wel veel voorkomt in het orkest. De trommel speelt vaak een belangrijke partij die het tempo aangeeft of opvallende ritmes laat horen. Belangrijk is dat de snaartrommel duidelijk gearticuleerd. Daarom zie je op een snaartrommel in het orkest vaker een natuurvel op het instrument voorkomen, omdat dit voor een drogere klank zorgt. Ook worden er andere snaren gebruikt. In plaats van gekrulde snaren heeft een orkesttrommel vaak rechte metalen, kunststof of zelfs darmsnaren. Professionele orkesttrommels hebben vaak meerdere types snaren die je onafhankelijk van elkaar kan afstellen.
De grote trom of basdrum
De grootste trommel in het orkest is de basdrum. De basdrum komt onder meer aan bod om accenten te benadrukken of om het tempo en/of de (zware) tellen aan te geven, zoals in de marsmuziek. Ook om een lage, donkere klankkleur toe te voegen is het een geschikt instrument. De basdrum is gemonteerd op een statief en kan zowel met het slagvel omhoog als op de kant staand bespeeld worden. Met het slagvel omhoog is het makkelijker om met twee stokken te spelen om moeilijke ritmes uit te voeren. Het vel wordt dan vaak gedempt met een doek. Draai je de trommel op z'n kant, dan kan je de nagalm bepalen door met je been het slagvel en met je hand het resonansvel te dempen. Voor de basdrum gebruik je overwegend een stok met een grote, zachte kop. Om duidelijk te articuleren kan je kleinere koppen gebruiken met een harde kop van vilt, hout of leer.


Stacks Image 27
Stacks Image 28
De cimbalen
In het orkest komen twee types van cimbalen frequent aan bod. De slagcymbalen bespeel je door in elke hand één cimbaal te houden en deze tegen elkaar te slaan. Elke cimbaal heeft daarvoor een lederen handvat dat via de cup aan de cimbaal vastgemaakt is. Een suspended cimbaal staat op een statief en bespeel je met stokken. In een traditioneel statief 'zweeft' de cimbaal die gemonteerd is via een koord aan een halve cirkel. Op een modern statief rust de cimbaal op een houder. Voor roffels gebruik je meestal zachte stokken, bijvoorbeeld paukenstokken of omwonden mallets. Crashes, accenten en ritmische patronen kan je ook met trommelstokken op de cimbaal spelen. De term choke bij een cimbaal duidt erop dat je de cimbaal onmiddellijk dempt na ze bespeeld te hebben.

Stacks Image 29
De triangel
De triangel is een metalen staaf die gebogen is in de vorm van een driehoek. Eén hoek is open, de andere hoeken zijn afgerond. De triangel hang je op met een dun koordje. Je kan de triangel via dit koordje in je hand houden, of ophangen aan een statief om met twee stokjes te kunnen spelen. Voor een triangel te bespelen heb je dunne metalen stokjes nodig. Roffels voer je uit door een stokje tussen twee zijden te bewegen, meestal in één van de hoeken. Triangels bestaan in diverse afmetingen. Hoe kleiner de triangel, hoe hoger de toon.
Stacks Image 30
De tamboerijn
De tamboerijn is een houten ring waarin kleine, ronde metalen schijfjes (schellen of jingles) gemonteerd zijn. Doordat deze schijfjes tegen elkaar rammelen produceert de tamboerijn een klank. Over de houten ring is een vel gespannen. De tamboerijn bespeel je door het instrument in de ene hand vast te houden en met de andere hand het ritme uit te voeren. Een roffel voer je uit door met het instrument te schudden of met een vinger (meestal de duim) over het vel te glijden. Een tamboerijn zonder vel noemen we ook een beatring.
Stacks Image 31
De tamtam
Een tamtam is een ronde metalen schijf met een gebogen rand, meestal van brons of messing. De tamtam wordt al gauw verward met een gong. Een gong heeft echter een bol in het midden van het instrument. De tamtam bespeel je met een stok met een grote, harde kop vlak onder de zwarte cirkel in het midden van het instrument.

De meest gebruikte percussie-instrumenten in het orkest zijn de pauken. Ook de melodische instrumenten zie je vaak in het orkest opduiken. De xylofoon en het glockenspiel zijn alom tegenwoordig in de orkestliteratuur. De vibrafoon wordt veel gebruikt in de HaFaBra-orkesten, de marimba komt minder frequent aan bod. Buisklokken zie je vaak in de partituur om het geluid van echte klokken te imiteren. Crotales komen slechts zelden voor.