Stacks Image 52
De bongo's
De bongo is een houten trommel met een kleine diameter en een eerder ondiepe ketel. De onderkant heeft geen vel, maar is open. Je ziet de trommels meestal in een set per twee, in het midden verbonden met een houten balk. Traditioneel bespeel je bongo's met de handen, maar ook met trommelstokken en zelfs harde mallets kun je mooie klanken maken.
Stacks Image 53
De conga's
De conga is het grote broertje van de bongo. De diameter van de trommel is groter, en de ketel heel wat dieper. Ook de conga heeft slechts een slagvel en is open aan de onderkant. De ketel heeft een gebogen wand die in het midden dikker is dan aan de randen. Ook conga's zie meestal met meerdere in een opstelling staan. Elke trommel krijgt dan een aparte naam. De grootste en laagste noemen we een tumba, de kleinste is de quinto. De middelste trommel wordt gewoon conga genoemd. Ook conga's bespeel je voornamelijk met je handen.
De vellen van zowel conga's als bongo's zijn meestal natuurvellen, hoewel ook hiervoor kunststof varianten bestaan. De vellen moeten strak aangespannen staan om de typische toon te produceren. Om bongo's of conga's te stemmen heb je een moersleutel nodig. De constructie van de ketel is niet in laagjes zoals de trommels van het drumstel. De ketel is opgebouwd uit houten duigen die aan elkaar gelijmd zijn. Bij traditionele instrumenten is de ketel soms ook gewoon uit één stuk, bijvoorbeeld door een boomstam uit te hollen. Je kan op beide instrumenten verschillende tonen produceren. Door met je vlakke hand te spelen kan je een lange toon maken of de toon gedempt laten klinken door je hand op het vel te laten na de slag. Door met je hand een holte te maken en het vel krachtig aan te slaan produceer je een slap.
Stacks Image 54
De claves
De claves zijn twee hardhouten cilindrische staven. Je produceert de toon door met de ene stok op de andere te slaan. De stok die de slag opvangt leg je losjes boven je vuist, waarmee je een holte maakt. Deze holte dient als klankkast. De claves produceren een duidelijke, korte tik. Het instrument deelt zijn naam met een typisch Latijns-Amerikaans ritme. In heel wat stijlen zijn het dan ook de claves die dit ritme of een variatie erop spelen. De basis van het ritme bestaat uit twee delen: het 3-gedeelte (met drie noten in de maat) en het 2-gedeelte (met twee noten in de maat). Men geeft meestal de volgorde van deze delen weer bij het ritme. Hieronder vindt je een 3-2 clave.
Stacks Image 55
Stacks Image 56
De cowbell
De cowbell als instrument is een afgeplatte metalen koebel zonder klepel. Je bespeelt het instrument met houten stokken. Op de rand aangeslagen met de schouder van de stok geeft de cowbell een volle, diepe toon. Speel je met de tip op het vlak van de cowbell, dan produceer je een dunne, hoge toon. Cowbells bestaan in diverse afmetingen.
Stacks Image 57
De maracas
Een maraca bestaat uit een holle bol op een handvat. In de bol bevinden zich kleine bolletjes, die bij het bewegen tegen de elkaar en de rand van de bol bewegen en zo de klank voortbrengen. De bol kan van hout of kunststof gemaakt worden. Maracas zie je meestal in een set met twee. Door de maracas langzaam te bewegen maak je een ruisende klank. Beweeg je ze sneller en puntiger, dan kan je duidelijke ritmes maken.
Stacks Image 58
De shaker
De shaker heeft een gelijkaardig klankresultaat als de maracas. De constructie is meestal een holle cilinder waarin de schudelementen zitten. Shakers vindt je in verschillende groottes en met verschillende soorten schudelementen, waardoor je heel wat verschillende klanken kan ontdekken. De shaker bespeel je door het instrument heen en weer te bewegen. Er bestaan ook shakers die langs één speelkant geblokkeerd zijn, zodat je eenvoudig een enkele slag kan spelen.
Stacks Image 59
De caxixi
Een caxixi bestaat uit een met riet gevlochten mandje met aan de onderkant een harde, holle bodem. In het mandje zitten schudelementen. Door het instrument heen en weer te schudden, kan je het bespelen als een shaker. Gebruik je korte polsbewegingen in de richting van de bodem, dan krijg je een korte tik. De caxixi wordt traditioneel veel gebruikt in Braziliaanse muziek.
Stacks Image 60
De guiro
De guiro is een uitgeholde cilinder waarop aan de buitenkant een geribbeld patroon aangebracht is. Hierover schraap je met een dunne houten stok of een 'vork'-vormige stok om het geluid te maken. De guiro is meestal uit hout gemaakt, maar er bestaan ook metalen en kunststof types. De Mexicaanse guiro heeft de vorm van een vis.
Stacks Image 61
De timbales
De timbale is een trommel met een dunne, metalen ketel. De trommel heeft enkel een slagvel en is open aan de onderkant. Het vel is van plastic en wordt over een metalen rand gespannen, wat de felle klank mee veroorzaakt. De timbale bespeel je met dunne houten stokjes die geen tip hebben. Hiermee sla je niet enkel op het vel, maar bespeel je ook de ketel. Ook timbales zie je vaak per twee in een set. In het midden monteert men vaak een cowbell of woodblock.
Stacks Image 62
De steeldrum
De originele naam voor het instrument is eigenlijk de steelpan, maar men verwijst er vaak naar met de naam steeldrum. Een steeldrum is gemaakt van de bodem van een oud olievat, dat uitgehold wordt en waarop chromatische noten gestemd worden. Verschillende percussiemerken maken ondertussen zelf de constructie. Het instrument is vooral bekend in de traditionele muziek van Trinidad.
Stacks Image 63
De cajon
Een cajon is een houten kist met vooraan een slagvlak op gemonteerd. Aan de achterkant zit een gat. De kist is hol en heeft aan de binnenkant een reeks snaren die tegen het slagvlak aan gemonteerd zijn. Je bespeelt het instrument met je handen terwijl je er zelf opzit. Het instrument is oorspronkelijk uit Peru afkomstig.